1 (vergelijkende anat.) het verschijnsel dat bij vele diersoorten (vooral ongewervelde) alle exemplaren normaliter én mannelijke én vrouwelijke geslachtsklieren bezitten. Dit komt voor bij bijv. platwormen, bloedzuigers en wormen;
2 bij de mens het verschijnsel dat sommige individuen zowel zaadbalweefsel als eierstokweefsel hebben.