[Lat. fractio, fractionis = breking, van frangere, fractum = breken]
1. hoeveelheid kleiner dan een geheel, breuk, spec. klein deel van een geheel (bijv.: in een fractie van een seconde);
2. de gezamenlijke aanhangers van een politieke partij in een vertegenwoordigend lichaam (Staten-Ceneraal, Provinciale Staten, gemeenteraad) (bijv.: de PvdA-fractie);
3. deel van een politieke partij dat zich heeft afgezonderd;
4. elk der afzonderlijk opgevangen delen met verschillend kookpunt bij de destillatie van een vloeistofmengsel.