m
Tweestammige Germ. naam die ongeveer betekent 'beschermer van de mannen’. Uit Man- 'man' en -fred, fried ‘vrede, bescherming’ (zie-man-en-tred-). De naam kwam vooral voor in het geslacht van de Hohenstaufen. Het was ook de naam van een koning van Sicilië (1231-1266), de pln. Manfredonia in lt. herinnert nog aan hem. In Eng. kreeg de naam enige populariteit o.i.v. het gedicht ‘Manfred’ van Byron.