Vgl. Got. mathl 'verzamelplaats, openbare bijeenkomst', mathljan ‘spreken'; Oudhoogduits mahal, Middelhoogduits mahel 'bijeenkomst, gerechtsplaats (Mahlstatt), gerecht, rede'; Oudsaksisch mahal 'verzamelplaats, gerechtsplaats, vergadering, toespraak' en mahlian 'spreken'; Angelsaksisch maethel 'vergadering, rede', maslan ‘een rede houden', mael 'rede, strijd’; Oudnoors mSI ‘verhandeling, rechtszaak, rede’.
Vgl. Longob. gamahal 'eedhelper' en Ndl. gemaal, Oudhoogduits gimahalo ‘verloofde’ (een verloving werd in het openbaar, door ‘samen spreken’, bevestigd), vgl. Du. Mahlschatz 'bruidschat’ en vermahlen ‘uithuwelijken’.