Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Castor

betekenis & definitie

m

Gri. en Lat. 'bever’. De naam hangt echter slechts indirect met deze diernaam samen: de eigenlijke betekenis is 'hij die schittert', van de Indogerm. wortel *kad- (vgl. Cassandra). Castor was eigenlijk een stof, afgescheiden door de bever en gebruikt als middel tegen buikkwalen. Castor was de naam van een zoon van de Spartaanse koning Tyndareus, met zijn tweelingbroeder Pollux (de Dioscuren). Castor en Pollux is de naam van het tweelinggestemte, de Gemini.

De heilige Castor, ca. eind 4e eeuw, geldt als apostel van de Moezelstreek. Hij is patroon van Koblenz; kerk. feestdag: 13 febr.