v
Van Gri. agathos ‘goed’. Heiligennaam: Agatha was martelares in Catania op Sicilië. Het is niet zeker of zij in de 3e eeuw onder de vervolgingen tijdens Decius of Valerianus, of tijdens de Diocletiaanse vervolgingen stierf. Haar verering verbreidde zich vanaf de 5e eeuw in alle richtingen; zij werd dan ook een van de bekendste heiligen van de oudheid. Zij is patrones van de klokkegieters en wordt ook bij brandgevaar aangeroepen (volgens de legende bedwong zij met haar sluier vulkanische uitbarstingen en vuur). Kerk. feestdag: 5 febr. Bij Socin al een voorbeeld uit ca. eind 9e eeuw: Agatha, Rijnland 1185 (Littger 187 geeft mogelijkheden van ‘Angleichung’ met Germ. naamvormen); Agatha 12e eeuw in Vla. (Leys); Agathenkyrica (1063) later Beverwijk; Ver (= vrouw) Aghete Dordt 1284 (SRD).
