Dendroica striata (J R Forster: Muscicapa) 1772. Amerikaanse 'Boomzanger', die in de Lage Landen nog nooit waargenomen is, maar in Engeland wel al 29 maal [Berg & Bosman 1994].
De vogel is zo genoemd naar de zwarte kop (eigenlijk vooral de kruin!), die het ♂ in het zomerkleed heeft. Onder de zwarte kruin heeft het ♂ dan een witte wang, die hem ook de oudere N naam Witwangzanger bezorgd heeft. Daarnaast vermelden HFP 1973 (p.312) nóg weer een andere N naam, nl. Sparrezanger. (Deze is, volgens BWP 9, p.31, de N naam voor Dendroica fusca (PL Statius Müller: Motacilla) 1776.)De Am/E naam luidt Blackpoll Warbler. De benaming wijst op de zwarte kruin (E poll 'kop, hoofd'). De Italianen hebben 'Blackpoll' ten onrechte als een persoonsnaam opgevat, getuige hun naam Parula di Blackpoll. De wetenschappelijke naam striata ('gestreept') wijst op de in wisselende mate krachtige lengtestreping op de onderdelen, wat echter bij veel andere 'Boomzangers' ook het geval is. Het verklaart de namen D Streifenwald-sanger, deens Stribet Sanger (oudere deense naam (in Loppenthin 1976) Sortnakket Skovsanger; deens sort 'zwart', nakke 'nek', skov 'bos'), ijsl Rdkaskrlka, F Sylvetterayée (in Bibic 1995: F Sylvette a calotte noire), Sp Reinita listada en portugees Toutinegra-raiada. R nëcTporpyflMH necHOH neByH verwoordt hetzelfde idee anders: 'bos-zanger met de bonte borst'.
Naar Johann Reinhold Forster is de Forsters Stern ← genoemd. Forster noemde de Zwartkopzanger "Muscicapa striata", de geslachtsnaam is later gewijzigd.
