Gepubliceerd op 16-11-2020

Zwartkopgors

betekenis & definitie

Emberiza melanocephala Scopoli 1769. In Zuidoost-Europa broedende kleurrijke (vnl. gele) Gors, waarvan het volwassen ♂ in het zomerkleed een zwarte kop heeft.

In de Lage Landen komt deze soort bij uitzondering.N.a.v. een claim op 16 augustus 1931 (door Karel Waldeck) wordt de naam (van het lemma) genoemd in het 1e Jaarverslag van de Stichting Vogeltrekstation Texel [Vlek em.031207]. In N was de eerste wn. een vangst in september 1939. Als bij de verwante Bruinkopgors ← bestaat ook bij de Zwartkopgors de kans dat exemplaren ontsnappen uit collecties van exotische vogels. Schlegel 1858 noemt de soort als europese vogel, die toen al eens naar Helgoland was afgedwaald; maar Schlegel geeft géén N naam. Fries Swartkopgoars ←.

In Coomans de Ruiter et al. 1947 de naam van het lemma, evenals in NAE 1958 en Rutgers 1968. It Zigolo capinero (It Zigolo 'Gors', capo 'kop' en nero 'zwart, donker'). Ook de wetenschappelijke soortnaam betekent: '(met) zwarte kop'. Soortgelijke namen ook in veel buitenlandse talen, o.a. EBlack-headed Bunting. F Bruantmélanocéphale (1994; CAF 1997) <FBruant a tête noire (1958) <F Bruant crocote (Schlegel 1844). D Kappenammer <D Schwarzköpfiger Ammer (1844).