Gepubliceerd op 16-11-2020

Zeesijsje Zeesys

betekenis & definitie

Volgens B&TS 1995 een benaming voor de Europese Kanarie ← te Elburg (Rynja 1983: Doornspijk; beide plaatsen dichtbij elkaar in Gld), resp. in Friesland. Wat dit laatste betreft, de spelling is niet fries (men zou *Seesyske verwachten); ook wordt de naam niet vermeld in Albarda 1897 (daar wél: Geel sijsje), De Vries 1911/1928, ViF 1979 enZantema 1992.

De friese naam is dus mogelijk een 'spooknaam'.Elburg en Doornspijk liggen aan de oever van de vroegere Zuiderzee; de kust werkte hier als stuw voor de vogeltrek. Wanneer de Europese Kanarie als zeldzame trekvogel gesignaleerd werd, zal het in deze plaatsen aan de zeekust van de Zuiderzee geweest zijn, wat de naam mogelijk zo verklaart. Een andere mogelijkheid is dat de naam ooit werd ingegeven door een totaal foutieve naam voor de soort bij B&O 1822, te weten Zeegroene Vink ←.

Ondertussen zijn er ook de D (volks)namen Meerzeisl(ein), Meerzeise(r)l en schwyzerdütsch Meerzisli [Wüst 1970; S&vB 1892], welke echter uitsluitend voor de Barmsijs bestemd zijn. Wanneer men deze namen in het N vertaalt, staat er ook weer 'zeesijsje'. Suolahti verklaart dit gebruik door Meergelijk te stellen met 'van over zee komend', dus 'van ver komend', dus 'trekkende soort'. Als wintergast lijkt in N de Barmsijs iets meer kustgebonden dan de Sijs. De kustvogel bij uitstek in deze familie is echter de Frater. Een E volksnaam in Cheshire is Sea Linnet [Jackson 1968] (letterlijk 'zee-Kneu'), maar deze naam geldt dan weer voor de Sneeuwgors, die inderdaad 's winters zeekustgebonden is.