Gepubliceerd op 16-11-2020

Winter-Meeuwtje

betekenis & definitie

Naam die Houttuyn 1763 bij Linnaeus' "Larus tridactylus" (dus de Drieteenmeeuw) plaatst, misschien geïnspireerd op E Winter-Mew (bij Albin 1738 bijv.) als voorbeeld. Houttuyn zelf echter kan de verschillende soorten Meeuwen niet goed onderscheiden, en denkt bij de Winter-Meeuw evident aan de Kokmeeuw in winterkleed: "Deeze, die de gewoone Meeuw der Binnenwateren in geheel Europa is . " Vermoedelijk door deze dwaling van Houttuyn zijn de namen Wintermiuw (Wintermieu) en Winterkob ← sedert De Vries 1928 in het fries bij de Drieteenmeeuw terechtgekomen; in ieder geval kunnen het nauwelijks friese volksnamen zijn, omdat de Drieteenmeeuw een sterk aan zee gebonden soort is die door het friese volk niet of nauwelijks wordt opgemerkt [viF p.798-800].

Voorzover er in het friese binnenland claims van Drieteenmeeuwen zijn (bijv. bij Albarda 1897) betreft het zonneklaar Stormmeeuwen Larus canus. Aan déze soort werd overigens door Albarda 1897 de bijnaam Wintermeeuw gegeven (p.89) (ws. de reden voor de vermelding van deze naam in vD, niet in 1904, maar daarna minstens in 1995 nog). De motivering hiervoor is beter, al gold de naam aanvankelijk ws. eerder voor de Kokmeeuw in winterkleed. Ook heeft Albarda, notabene zelf een Fries, hiermee niet kunnen vermijden dat de Friezen thans een weinig geslaagde officiële naam voor de Drieteenmeeuw hebben.