Gepubliceerd op 16-11-2020

Skraits

betekenis & definitie

Officiële friese naam voor de Jagers (geslachten Stercorarius en Skua). Ook Skraaits [Zantema 1992].

De Vries 1912 spelde Skraits of Skreits. Eigenaardig is dat oudere opgaven van de naam voor de vogel vooralsnog ontbreken. Zo noemt Albarda 1897 de naam bijv. niet. Wel is er een opgave van het woord schraeyts uit 1747 (J Althuysen, Friesche Rymlery), maar daar verwijst het niet naar een vogel; het heeft daar de ook nog heden geldende betekenis van 'lang en mager persoon'. Dit is een moeilijk punt bij de overigens erg leuke etymologie die Boersma & Miedema (1976) voorstaan.ETYMOLOGIE Boersma & Miedema 1976 geven de volgende etymologie de voorkeur: fries Skra(a)its <Skreits <*sker-eitsje <*sker(n)-êteke ?<*skarn-ate-ka ('mest-eter-tje'). Oudfries skern 'mest' zit nog in fries (rachjskerae (ook: (rachjskarae) 'mestvaalt'; de n zou door assimilatie uit de naam verdwenen kunnen zijn. De k van de verkleiningsuitgang -ke is gepalataliseerd tot -ts, wat in het fries veel voorkomt (vgl. Hoants =Kemphaan, letterlijk'haantje'). Hierbij is ook de t uit het element -ête'weggeassimileerd', althans samengevallen met de t van het verkleiningssuffix -ts.

Deze etymologische gang van zaken zou geweldig recht doen aan de zeer typische manier van voedselbemachtigen van Jagers (vgl. de naam Strontjager). Merkwaardig is echter dat men in 1747 en 1897 vergeten was dat het woord betrekking had op een vogel. Weliswaar gaan Boersma & Miedema uit van overdrachtelijk gebruik van schraeyts 'lang en mager persoon' in 1747, maar waaruit bestaat het gemeenschappelijke? Het gegeven 'mest-eten' is in de dichtregel van Althuysen op geen enkele manier aan de orde. Het gegeven 'lang en mager' (als Magere Hein, de Dood) is ws. van toepassing in de dichtregel, maar deze gegevens zijn niet echt van toepassing op Jagers in het algemeen. Zelfs de Kleine Jager is een robuuste vogel waaraan de verlengde middelste staartpennen, als ze er al zijn (meestal niét namelijk!), niet veel veranderen.

Een andere belangrijke vraag is, of de niet varende Friezen de vogel eigenlijk wel kenden: het antwoord daarop moet ws. ontkennend luiden.1 * 3 In dat geval is van temeer belang, de andere etymologische mogelijkheid, die Boersma & Miedema noemen, niet te veronachtzamen. Deze behelst een afleiding van oudfries skrêd 'afsnijding'; te vergelijken met E shred 'flard' of eventueel een ander oudfries woord dat overeenkomt met mnd schrade 'dor, mager', waaruit schraeyts zowel naar vorm als naar betekenis uitstekend te verklaren is.

De vogelnaam is dan dus in tegenstelling tot bij de uitverkozen mogelijkheid, juist secundair, overdrachtelijk van aard. Een goede overdrachtsbasis is de betekenis 'dood en verderf zaaiend', want dat is wat Jagers onder de door hen belaagde Meeuwen lijken te doen. Dit zal vooral opgemerkt zijn door Friezen die op een schip op zee voeren.

1 Hoe weinig de Jagers in Friesland bekend waren (zeg vóór 1900) blijkt uit ViF 1977 p.763-766. Het merendeel van de toch al weinig gevallen van binnenlandwaarnemingen zal zieke en stervende vogels betroffen hebben, die het kenmerkende gedrag dan dus niet vertoonden.