Gepubliceerd op 16-11-2020

Papegaai

betekenis & definitie

Algemene N naam voor veel soorten uit een hele vogelfamilie (Psittacidae) (>D Sittich 'Parkiet').

Fries Pappegaai. D Papagei (<Papegey (15e eeuw) <F Papegai (eind 12e eeuw; naast het gebruikelijker Perroquet) <Sp Papagayo; It Pappagallo, nieuwGr Papagas; E Parrot (c.1500), maar éérder een woord dat nu een andere betekenis heeft gekregen, te weten Popinjay. Dit E woord heeft een identieke ss. als mnl Papegay1 [Van Maerlantvs.3266] en Pape(n)gaey te weten pope 'paap' (zie sub Paapje) + jay 'Gaai' ←. Al deze woorden bestonden al ruim vóór de ontdekking van Amerika (1492); hetbenoemingsmotief "roodgekleurde vogel die een Gaai-achtig geschreeuw uitstoot" zou perfect geweest kunnen zijn, maar speelt dus zeker niet voor een zuidamerikaanse roodgekleurde soort als Ara macao. De oorsprong van het woord ligt dan ook vroeger en elders: arabisch (moors?) Babagha, dat op zijn beurt als Pampakei uit een westafrikaanse taal schijnt te zijn ontleend, is de voorloper van de europese namen.

De Papegaai komt niet in Europa als inheemse vogel voor. Dat betekent dat de introductie van het woord in de europese talen gerelateerd moet zijn aan het tijdstip waarop de eerste contacten werden gelegd met (bewoners uit) gebieden waar de Papegaaien voorkomen. Getuige Gr TtxxaKÓg psittakos (ook: sittas) kenden de Grieken de 'Papegaai' al. Dit zou nl. de Halsbandparkiet ← en/of Psittacula alexandri (Linnaeus) 1758 uit India geweest kunnen zijn. De laatste is genoemd naar Alexander de Grote (356-323 v.Chr.), tijdens wiens tocht naar het Midden-Oosten deze soorten gezien zouden zijn, gevangen en mee naar huis genomen (Macedonië). {De vraag rijst of er, wat de namen betreft, verband is met Gr sittê (=Boomklever, een 'Specht' of misschien nog wat anders?) [vgl. Jobling 1991 sub Sitta en sub Psittacus].} Dennenpapegaai is een volksnaam voor de totaal niet-verwante Kruisbek Loxia curvirostra, vanwege enkele aspecten aan uiterlijk en gedrag die aan Papegaaien doen denken.

ZeePappegaay ← is een naam, die Houttuyn 1763 gaf aan de Papegaaiduiker. Ook deze vogelsoort behoort niet tot de Papegaai(achtig)en.

1 Dat in het N vaak aan papa ‘vader' gedacht zal zijn en het woord fout gespeld (als papagaai), zoals Van der Sijs doet voorkomen [OTT 4/10/'02], lijkt niet zeer aannemelijk, ook al niet vanwege de klemtoon op -gaai. De incidentele spelling *papagaai zal misschien eerder aan het D woord te wijten zijn. Overigens zou de spelling met a's etymologisch gezien correcter zijn.