Gepubliceerd op 16-11-2020

Oeverpieper

betekenis & definitie

Anthus petrosus (Montagu) 1798 ssp. littoralis1. In de Lage Landen 's winters verblijvende Piepersoort (op stenen zeeweringen en op schorren).

Broedt in Scandinavië aan de zeekust. Omdat bij N 'oever' niet gedacht wordt aan de landbegrenzing van de zee, is de naam nogal ongelukkig, in tegenstelling tot de naam van de soort Oeverloper, die juist heel goed gekozen is.Toen Oever- en Waterpieper nog tot één soort gerekend werden, waren er toch al deze twee N namen voor elk; ook toen was de naam Oeverpieper dus niet te verdedigen (voor de Waterpieper ware hij passend geweest). De oude D naam Uferpieper is daarom dan nu ook verlaten; maar de nieuwe D naam Strandpieper is al even ongelukkig: de vogel komt maar zelden op het (zand)strand voor. Fries Stienpiper is een toepasselijker naam, overeenkomend met de wetenschappelijke naam (Lat petra <Gr néxpa pétra 'rots, steen'). Lat litoralis <Lat litus 'strand, kust(streek)'. 1

1 Subspeciesnaam is van C L Brehm, 1823 [BWP 5,393].