Gepubliceerd op 16-11-2020

Mastmees

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Zwarte Mees, ws. in het zuidelijk deel van N, aangezien daar aan het woord mast ook de betekenis van Den, Dennenboom (Pinus sp) wordt gehecht [B&TS 1995]. WBD 2001 geeft wel een aantal vogelnamen met mast-, maar (mogelijk ten onrechte) niet Mastmees; wel Mastelaarke voor de Kuifmees in Vorselaar, waarin het eerste deel ook weer naar de ‘Den' zal verwijzen en het tweede deel mogelijk naar analogie gevormd is van (lokaal) brabants Mezelaar ‘Kneu'.

ETYMOLOGIE N mast ‘paal' <oudnederfr *mast >oudf mast (1080) [Robert 1993]. Lat malus 'mast' <*mado-s <*mazdo-s [Muller-Renkema 1963]. Anders dan men verwachten zou lijkt de betekenis ‘paal' het oudst en de betekenis ‘Den' jonger.