Gepubliceerd op 16-11-2020

Heremietibis

betekenis & definitie

Geronticus eremita (Linnaeus: Upupa) 1758. Niet-inheemse, bijna uitgestorven Ibisachtige, die nog broedt in Marokko (tot 1989 ook in Oost-Turkije).

BENOEMINGSGESCHIEDENIS Houttuyn 1762 gebruikt de naam Berg-Hoppe; dit heeft er mee te maken dat Linnaeus 1758 de soort (ten onrechte) bij het geslacht der Hoppen Upupa indeelde. Houttuyn maakt ook melding van de namen Bosch-Raaf en Alpische Raaf die "de Ouden" gebruikten. Met een oude N naam Woudraaf ← 'adverteert' vD. N Kaalkopibis ← is mogelijk de vertaling van E Baldlbis (ook: EHermit Ibis) ofF Ibis chauve.

ETYMOLOGIE heremiet: N heremiet, hermiet, eremiet 'kluizenaar' <N heremijt [VK 1618] <mnl (h)eremite (1240) <kerkLat (h)eremita <Gr èp^uixpg erèmitès <Gr erèmia 'eenzame plek, onbewoonde streek' en ép^uóg érèmos 'eenzaam', 'woestijn'. In betekenis gelijk, maar een geheel ander woord is monnik.