Gepubliceerd op 16-11-2020

Helsinger Gans

betekenis & definitie

Naam bij Houttuyn 1763 voor wat bij Clusius 1605 Anser Helsingicus heette. Dit was een naam voor de Rotgans ←, of anders voor Roten Brandgans samen.

Houttuyn geeft deze naam echter, door allerlei misverstanden, bij de bespreking van Linnaeus' 8e Anas, namelijk Anas erythropus (onder welke naam we nu de Dwerggans verstaan). Houttuyn neemt ook de verkeerde etymologie van Linnaeus over; hij schrijft namelijk: "Deeze, die by CLUSIUS onder den naam van Helsinger Gans is voorgesteld, om dat hy in Helsingie, een Landschap van Sweeden, gevonden wordt, is door RUDBECK afgetekend." {De zwart-witte tekening van Rudbeck betreft een Dwerggans of een Kolgans; welke van de twee is niet goed te zeggen.} De herkomst van Clusius' naam is echter niet Zweden (gedacht was, door Linnaeus, aan Halsingland), maar Ijsland, waar de Brandgans (nu) Helsingi heet, of de F®röer, waar de Rotgans Helsingegas heet [Bibic 1995; Loppenthin 1976] <oudnoords Helsingr [AEW 2000]. In de naam zit oudnoords helsi 'halsband' opgesloten [Wilms 980430,1; AEW 2000]; de naam past dan beter op de Rotgans dan op de Brandgans. Zie ook sub Roodpoot.De Vlaming Carolus Clusius (=Charles de l'Ecluse) (1526-1609) stond via de Leidse professor Pieter Pauw (Petrus Pavvius 1564-1617) in verbinding met Henrik Hojer, een noorse arts uit Bergen, en van deze had hij de naam ws. opgekregen, tegelijk met informatie over de gans in kwestie.