Threskiornis aethiopicus (Latham: Tantalus) 1790. De klassieke Ibis uit de Oudheid.
In Europa komt deze soort niet in wilde staat voor, maar er is een (in Frankrijk) geïntroduceerde populatie waarvan af en toe exemplaren naar N komen. Ook in N zelf wordt de soort soms 'losgelaten'. De soort broedt nu ook in N (peildatum 2003).Calkoen 1903 heeft de naam van het lemma.
Jacob van Maerlant (c.1266) noemt "Ibis" een vogel die aan de Nijl voorkomt en die een kromme snavel heeft (vs.2211): dat moet de Heilige Ibis zijn. Houttuyn 1763 noemt "Ibis" de vogel waar hij het volgende over weet: "Deeze is, van alle de oude Schryvers, voorgesteld onder den naam van Ibis, een soort van Oijevaar, die het Land van Egypte, na de Overstroomingen van den Nyl, zuivert van Slangen, Kikvorschen, Haagdissen en ander Ongedierte. De Egyptenaaren deeden derhalve dien Vogel een byna Goddelyke Eere aan, en hunne Priesters gingen zig wasschen in het Water daar hy uit gedronken hadt."
Houttuyn lijkt lichtelijk verbaasd bij het volgende: "De Heer HASSELQUIST heeft bevonden, dat 'er wezentlyk zulk een Vogel in Egypte is' ..."
Nu lijkt het erop dat Hasselquist wat anders gezien heeft (Koereigers nl.); Linnaeus 1758 vaart echter geheel op de (gebrekkige) beschrijving van Hasselquist voor de vogelsoort die hij (L.) "Ardea ibis" noemt. Deze naam wordt later (al of niet terecht) toebedeeld aan de Koereiger! (zie ook sub Ibis).
