Gepubliceerd op 16-11-2020

Haneschop

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Buizerd, genoemd in Gavere & Bemmelen 1856 (voor Groningen), Schlegel 1858, Albarda 1897, Snouckaert 1908, Thijsse 1944 en vD 1904/ 1970. De naam is nog bekend in Vlaardingen bij JKortland (info Ben van As).

B&TS 1995vermeldt de naam voor Drenthe.De naam vindt nauwste aansluiting bij gronings Hoaneschrobber ( = Buizerd) en via deze met fries Hoanskrobber voor de drie soorten Kiekendieven. In de Stellingwerven (ZuidoostFriesland) komt de naam Skoffert ( = Bruine Kiekendief) voor waarin op vergelijkbare manier als in Haneschop de -rin het begin van de naam ontbreekt. Een bindend element in de meeste van deze namen is de 'Haan', het beoogde slachtoffer van de Roofvogels in kwestie. Omdat de Buizerd en de (Bruine) Kiekendief een flink formaat hebben (vergeleken met Torenvalk en Sperwer, de bekendste Roofvogels), zal men gemeend hebben dat deze een Haan gemakkelijk konden slaan. In werkelijkheid is dat niet zo. Zelfs een Hen (Kip) is al een te grote prooi (maar toch vlaams Hinnenbrawier en E Hen Harrier!).

Het tweede element kan vervormd zijn, omdat men zich bij 'schoppen' als agressieve handeling iets kon voorstellen, en kennelijk niet bij 'schrobben'. Het ww. schrobben komt echter in bijna dezelfde betekenis ook voor zonder -r(schobben ='krabben'). Voor de mogelijke uitleg voor dit deel van de vogelnaam zie onder Hoanskrobber.