Gepubliceerd op 16-11-2020

Halsbandparkiet

betekenis & definitie

Psittaculakrameri (Scopoli: Psittacus) 1769. Synoniem: Palaeornis torquatus.

Vrij forse groene Parkiet ← met op de zijhals een dunne zwarte 'halsband', welke zich in het roze onopvallend voortzet. De soort is in de Lage Landen en elders in Europa op sommige plaatsen, dikwijls ook in steden, na introductie een 'wild' bestaan gaan leiden [Teixeira 1979; BWP 4 1985; SOVON 1987].Het is in Europa ws. de langst bekende Papegaaiachtige, nl. al bij de Oude Grieken (Gr TvcxaKog psittakos 'Papegaai' ←) was hij bekend [Stresemann 1996 p.25]; vandaar ws. Palaeornis, letterlijk 'oude vogel'. Hij is inheems in tropisch Afrika (het type-exemplaar van Scopoli komt uit Senegal; W H Kramer was een oostenrijkse natuurvorser die in 1765 stierf), Irak, Pakistan, India en Sri Lanka ( = Ceylon).

In Jonston 1660 komt een afbeelding van deze of een naverwante soort voor, onder de naam "Psittacus minor", Tab.XIIII linksboven. De figuur zou, volgens Houttuyn 1762, ontleend zijn aan Olina 1622. Bij Linnaeus 1758 heerst geen duidelijk beeld over de verschillende soorten Parkieten (van het geslacht Psittacula), zodat zijn 9e Papegaai, "Psittacus Alexandri" door hemzelf en door Houttuyn voor meerdere soorten tegelijk wordt gehouden; waaronder de Halsbandparkiet, welke eigenlijk de naam 'Alexandri' toekwam, omdat het deze was die Alexander de Grote van zijn tochten meenam naar Europa. {Nu is P. alexandri (L) 1758 de wetenschappelijke naam voor de Red-breasted Parakeet (King et al. 1991 p.178).} Houttuyn (p.244) noemt de N naam "Degekraagde [Pappegaay]".

De N naam zal vermoedelijk een vertaling zijn van D Halsbandsittich [Suolahti 1909 p.2] (sedert 1960 broedend in Keulen). Rutgers 1968 gebruikt de onderhavige naam. Fries Halsbanparkyt (?).

ETYMOLOGIE N hals <mnl hals (1240); D/ohd Hals; oudengels heals; oudnoords en gotisch hals; <Lat *kolso(m) >Lat collus, collum. Iers coll 'hoofd', litouws kaklas 'nek' en lets kakls 'nek'. Verwant is ws. ook Lat celsus 'omhoog gericht, hoog, rijzig'. Een (formeel) minder verantwoorde etymologie gaat uit van het begrip draaien (*quel-). Voor de etymologie van band zie sub Bandijsvogel.