Gepubliceerd op 16-11-2020

Citroenkanarie Citroenvink

betekenis & definitie

Serinus citrinella (Pallas: Fringilla) 1764. In ZuidwestEuropa, niet in Nederland, voorkomende Vinkachtige.

Gezicht en onderdelen zijn groengeel, waarnaar de naam wel gegeven zal zijn. De soort komt nl. niet speciaal in Citrusbestanden voor. Bij Calkoen 1903 de tweede naam van het lemma. D Zitronengirlitz-, E Citril Finch, hongaars Citromcsiz.Het type-exemplaar wordt wél door Pallas opgegeven als zijnde afkomstig uit Den Haag, maar het zou heel goed kunnen dat Pallas de vogel in de collecties van Abr. Gever of dr. Voet heeft aangetroffen en dat de balg door ruilen met buitenlandse verzamelaars is verkregen. [Stresemann 1996 p.67] ETYMOLOGIE citroen: N citroen (sedert 16e eeuw) <F citron (1398) (<It citrone) <Lat citrus (4e nv. citrum). Lat citrus wordt op verschillende manieren in verband gebracht met het Gr:

1. <Grkedros 'ceder',
2. <Grkedromelon 'cederappel' (vanwege gelijkaardige geur),
3. <Gr kitrion 'citroenboom' [vDE 1993; NEW 1992; Weekley 1967].

Het andere woord voor de vrucht van de Citroenboom (Citrus limon (L.) Burm.fil.) of misschien van een andere Citrus-soort is N limoen <F limon (1351) <It limone (via venetiaanse handel) of <Sp limón (via arabische invloed in Iberisch Schiereiland) <arabisch laimun <perzisch limun <vanmaleise, javaanse of polynesische oorsprong. N limonade (<F limonade <Splimonada) is hiervan afgeleid.