Gepubliceerd op 16-11-2020

Buizerd

betekenis & definitie

Buteo buteo (Linnaeus: Falco) 1758. Bekende, vooral van Muizen levende Roofvogel.

Een N volksnaam is dan ook Muizerd ←. De Buizerd maakt vooral tijdens de vlucht een luid miauwend geluid, waarin geen [oe]-klank zit (zie sub etymologie).ETYMOLOGIE N Buizerd (Schlegel 1852) <N Buizert (Houttuyn 1762) <N Buysaerd, Busaerd, Bushard, Buysinck (VK c.1618), Busart, Buzart, Buysard (Junius 1567 [VT]) <F,mf Busard (thans =Kiekendief) (12e eeuw) <oudf bu(i)son <Lat buteonem, vierde naamval van Lat Buteo 'Buizerd, althans een Roofvogel, bij Plinius' (1e eeuw n.Chr.) [Coomans de Ruiter et al. 1947 p.64,74: Buteo niet te verwarren met laatLat Butio 'Roerdomp', waarvan afgeleid het ww. butire '(boe) roepen, schreeuwen)'1; vDE 1993 integendeel voert het ww. butire als ten grondslag liggend aan Buteo aan, maar gezien de verschillende ouderdom van Buteo en Butio (=laatLatijn!) lijkt dit niet correct; daarmee wordt tevens in kwestie gesteld of Buteo wel klanknabootsend is, mede gezien het ontbreken van een [oe]-klank in de Buizerdroep!] Ook E Buzzard (zo gespeld sedert 1616) <middelengels busard (c.1300) <mf busard (12e eeuw) <oudf buson <oudf buison <laatLatbuteonem <Lat buteo [Lockwood 1993]. In de VK worden "busharde" en "bussarde" als de E namen opgevoerd (c.1618), maar mogelijk zijn deze namen fout gespeld. D 'bußhart' in de VK is mogelijk wel correct gespeld.

De huidige F naam voor de Buizerd is: Buse variable. Ook Buse is ws. ontstaan uit mf buson etc. De invloed van het F heeft niet tot in het fries en de scandinavische talen gereikt. Wel tot in het D Bussard (<D Bushard, Bussaar, Busshart (16e eeuw)) en D Bussant (1520) <mhd busant, waar het ohd musari, musaro (letterlijk: 'muizenarend') verdrong [Suolahti 1909; Mackensen 1985; Wilms 961226,6]. Mogelijk is ook de N volksnaam Muizerd ← een voortzetting van de ohd naam.

In het N heeft soms verscherping van de aanvangs-b plaatsgevonden. Zie daarvoor Elzepuist (<Elzebuus). Misschien is er een vergelijking mogelijk met de E volksnamen Puddock en Puttock voor de Buizerd (en de Rode Wouw) (in Essex en Sussex), waar de herkomst van de p via oudengelsputian (>E toput) ook uiteindelijk op een b is terug te voeren (<F bonter (1080)) '(terug)dringen, duwen' <oudnederfr *botan 'slaan' (vgl. helgolandfries Bottühl) [Lockwood 1993; Weekley 1967 sub butt5 en put].

1 "Laat-Latijn kent voor Roerdomp het woord butio met daarvan afgeleid het ww. butire: duidelijk klanknabootsend (zie carmen de filomela: Anthologia Latina, 11e eeuw)." [Coomansetal. 1947p.74voetnoot]

< >