Gepubliceerd op 16-11-2020

Appelvink

betekenis & definitie

Coccothraustes coccothraustes (Linnaeus: Loxia) 1758. In de Lage Landen broedende Vinkachtige met een dikke snavel.

De Appelvink is minder bekend bij de mensen dan de Vink ←. In (delen van) Vlaanderen is (/was) Appelvink(e) de naam voor de Vink Fringilla coelebs [De Bo 1873; Lievevrouw-Coopman 1959-1955; WVD 1996]. De officiële naam voor Coccothraustes kan misschien van deze vlaamse volksnaam zijn overgenomen. De naam is dan mogelijk een iets andere verwoording van Bogaard(s)vink (dus interpreteer dan: Appel(boom)vink), een andere vlaamse volksnaam voor de Vink [WVD p.94].De friese volksnaam Appelfretter [De Vries 1911] (officieel is fries Kersebiter) suggereert, dat appels het voornaamste voedsel van de Appelvink uitmaken; dat is echter niet zo [Newton 1972, p.62-63]. Blok 1988: appel verwijst naar 'haegappelen', de vruchten van de Hagedoorn of Meidoorn Crataegus. Vgl. E Hawfinch, waarbij haw staat voor de vrucht van de Hawthorn (<oudengels haguthorn =Meidoorn, Haagdoorn; voor het element haag zie Heggenmus). Echter, ook Meidoornbessen zijn niet zijn favoriete voedsel en een oudere naam *Haagappelvink is mij niet bekend. Zie ook volksnaam Kernbijter.

BENOEMNGSGESCHIEDENIS Houttuyn 1763 noemde deze soort Dikbek, welke naam een vertaling van F Gros-Bec en E Gros-Beak lijkt te zijn (p.500). B&O 1822 geven op (p.432): "De Dikbek, Appelvink."