Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Gepubliceerd op 11-09-2017

Zwarte ruiter

betekenis & definitie

De zwarte ruiter is in prachtkleed de enige nagenoeg zwarte steltloper. In overige kleden heeft hij meer van een tureluur. Hij trekt alweer in de tweede helft van juni uit zijn broedgebied naar het zuidwesten. De Dollard is een belangrijke pleisterplaats, maar op doortrek zijn zwarte ruiters te zien in een groot deel van Laag-Nederland te zien, hoewel zelden in groot aantal.

Geluid
Roep opvallend "tjoe-wiét!", vaak in vlucht. Balts een zoemend ""trrruuuieee….trrruuuieee….".

Leefgebied
Buiten de broedtijd vooral wadgebieden met zacht slik (zoals Dollard), maar ook op slik langs plassen en rivieren en in ondiepe sloten met zachte bodem. Broedt in open taiga, in toendra en struiktoendra, in hoogvenen en natte heiden en in rivierdalen, in boreaal en (sub-)arctische gebied.

< >