Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

spel

betekenis & definitie

in België ook: last, moeite.

- veel spel maken van, veel moeite doen voor, veel werk maken van.
- kort spel met iets maken, spoedig een einde aan iets maken, korte metten met iets maken.- opgezet spel, doorgestoken kaart, afgesproken werk.

Maar de Porsche werd enkele jaren later door politie-inspecteur Georges Zicot in een garage in Ransart (een deelgemeente van Charleroi) teruggevonden. Het onderzoek wees uit dat de diefstal opgezet spel was. - DS, 12-03-2003.

drukte, kabaal.- het was daar een heel spel, er was daar veel kabaal.

- het spel is/zit op de wagen, de poppen zijn aan het dansen.

Er moet er maar eentje zijn die die aanrakingen verkeerd interpreteert en het spel zit op de wagen. - HN, 25-03-2003.

speling: de deur heeft te veel spel