schadelijke, labiele stoffen van samengesteld chemischen bouw, die worden gevormd in het dierlijk organisme. Aan de eene zijde worden ze afgescheiden door lagere wezens, die in het lichaam van hoogere kunnen huizen (Tetanusbaeil, Plasmodium malariae, e. d.), aan de andere door de lichaamsklieren dier hoogere wezens zelf.
Door bepaalde aandoeningen van deze klieren (uitgebreide huidverbrandingen, ziekten van nieren, lever, galwegen, e. d.) kunnen deze stoffen in het lichaam achterblijven en daardoor een ziektetoestand in het leven roepen, auto-intoxicatie genaamd, die met den dood kan eindigen. Zij hebben voorts de eigenschap heit vrijworden der z.g. „antilichamen” te veroorzaken.