Gepubliceerd op 18-03-2021

Scoliose

betekenis & definitie

Scoliosis, zijdelingsche ruggegraatsverkromming, S- of C-vormige verkromming van de wervelkolom. Soms een vorm der Pott’sche ziekte (zie ald.,) meestal een gevolg van ziekten van het beenderstelsel (rhachitis) of der spieren van den romp, veelal ook veroorzaakt door een verkeerde houding uit gemakzucht of zwakte (gewoonte-S.); zoo komt dit gebrek vooral voor bij kinderen, die bij ’t staan steeds het lichaam op één been (meestal het linker) laten rusten, en bij meisjes die bij zittend werk uit vermoeidheid het lichaam zijdelings laten overhellen.

Het voorkomen der S. is meer de taak van de opvoeders en der schoolhygiène (doelmatige schoolbanken), dan van den arts. Behandeling: orthopaedische oefeningen en het dragen van steuntoestellen (gipscorset, rechthouder van Bouvier, apparaat van Bühring, enz.). Literatuur: Schildbach, Die Skoliose (Lpz. 1872), Dolega, Zur Pathologie und Therapie der Kindlichen Skoliose (ald. 1897), Vulpius, Der heutige Stand der Skoliosenhehandlung (Munchen 1900), Riedinger, Mm i>hnl<ii/it und Mechanismus der Skoliose i\Wd.. lpnl), Wullstein, Die Skoliose (Stuttg. 1902).

< >