Gepubliceerd op 29-03-2021

Positief (taalgebruik)

betekenis & definitie

In de spreektaal dikwijls gebezigd voor feitelijk of bevestigend. In de mathematische en proefondervindelijke wetenschappen wordt positief in tegenstelling van negatief gebruikt om een diametraal tegengestelde richting aan te wijzen: b.v. positief, wat bijgevoegd, negatief, wat afgetrokken moet worden.

Een snelheid wordt positief genoemd als het lichaam zich b.v. van links naar rechts beweegt; negatief als de richting omgekeerd is. Positief is de arbeid van een machine, als het arbeid verricht; negatief voor die machine, als het arbeid ontvangt enz. Ook bij electriciteit spreekt men van positief (zie electriciteit).In de photographie heet positief een plaat, waarbij licht en schaduw volgens de natuur optreedt; negatief, als het licht zwarte, de schaduw lichte partijen levert.

< >