Gepubliceerd op 19-01-2021

Pieter van der aa

betekenis & definitie

Zuid-Nederl. rechtsgeleerde, geb. omstreeks 1530, te Leuven, werd hoogleeraar aldaar, in.l.65 lid van den Hoogen Raad van Brabant, 1574 voorzitter van den Hoogen Raad van Luxemburg, en overl. in.l.94; hij stond geheel aan de zijde der Staatschen. Hoofdwerken: Commentarius de privilegiis creditorum, en Prochiron sive enchiridion judiciorum.

< >