Gepubliceerd op 28-02-2021

Parthië

betekenis & definitie

(Parthyaea) bij de Ouden in ruimeren zin het land tusschen den Euphraat en den Oxus, de Kaspische en de Indische zee; in engeren zin het door de Parthen oorspronkelijk bewoonde land, dat, in het w. door Medië in het n. door Hyrcanië, in het o. door Ariana en Margiana, in het z. door de caramaansche woestijn begrensd, gedeelten van de tegenwoordige landschappen Chorasan en Kohistan omvatte. Het land is bergachtig, steenachtig, arm aan water en alleen geschikt om te weiden; de rivieren drogen meestal tot zand.

Het voornaamste voortbrengsel waren paarden, zooals dan ook de bewoners als flinke ruiters bekend stonden. Hoofdstad was Hecatompylus in het noorden.De Parthen zijn van turanische afstamming en vermoedelijk in Iran geïmmigreerd, waar zij de arische taal aannamen. Zij waren een dapper nomadenvolk, welks ruiterscharen uitmuntten in het gebruik van lans en boog. Zij waren eerst aan de Assyriërs onderworpen, vervolgens aan het medische en perzische rijk. Toen de macht van dit laatste door Alexander den Grooten gebroken was, kwamen zij onder de heerschappij der Seleuciden, vielen echter daarvan af en stichtten onder Arsaces I, 250 v. Chr. een zelfstandig rijk met de hoofdstad Hecatompylus. Ondersteund door de Magiërs, die den oud-perzischen eeredienst van het vuur weer herstelden, breidde Arsaces zijn rijk door veroveringen tot aan den Indus in het o. en tot de Kaspische zee in het w. uit.

Arseces VI Mithridates I (174—136) verhief P. weldra tot een groot rijk door onderwerping van Medië, van de naburige landen tot aan den Indischen Kaukasus alsmede van een groot gedeelte van het in ontbinding verkeerende syrische rijk. Hij verdelgde de laatste sporen der helleensche beschaving en grondvestte de groote parthische mogendheid op de oudiraansche nationaliteit en godsdienst. De 3de Mithridatische oorlog, die de Romeinen onder Lucullus en Pompeius ook naar Mesopotamië voerde, bracht hen voor het eerst met de Parthen in vijandelijke aanraking, daar Arsaces XII Phraates III (68—60) den Euphraat als grens verlangde. Phraates III werd door zijn zoons vermoord, van wie eerst Arsaces XIII Mithridates III en na diens afzetting (56) Arsaces XIV Orodes I den troon besteeg (zie ald.). Onder zijn opvolger Phraates IV (37—2) leden de rom. wapenen onder Antonius in 35 van de Parthen de tweede nederlaag. Hij werd in 2 v.

Chr. door een zijner zoons vergiftigd, waarop bloedige twisten over de troonsbestijging en opstanden uitbraken, die het rijk verwoestten. Eerst de 19de Arsacide, Artabanus III (12—42 na Chr.) kwam weer blijvend aan het bewind, knoopte met Germanicus vriendschappelijke betrekkingen aan, doch moest, toen hij tegen Tiberius een oorlog begon, vluchten, daar de keizer, gesteund door de ontevreden Parthen, in Phraates en Tiridates met goed gevolg tegenkoningen tegen hem overstelde. Na zijn dood werden de koningen door de om de heerschappij strijdende partijen nu eens op den troon verheven, dan weer ten val gebracht en regeerden zonder roem en geluk; de uitwendige macht van het rijk verdween dientengevolge, en de oorlogen met Rome werden óf uit zwakheid vermeden óf ongelukkig gevoerd. Toen Arsaces XXVI Ghosroës I (108—130) zijn neef in 114 de armeensche kroon zocht te verschaffen, werd hij door Trajanus overwonnen, die ’t geheele Euphraaten Tigrisland zocht te veroveren. De vredelievende Hadrianus, die zich met de oude rijksgrens, den Euphraat, tevreden stelde, gaf echter aan Chosroës diens rijk terug. De lang ingehouden wrok der weer versterkte Parthen tegen de Romeinen brak eindelijk onder Arsaces XXVIII Volagases III (148—190) opnieuw los; Lucius Veras drong echter de Parthen over den Tigris terug, veroverde en verwoestte Seleucia en plunderde den koningsburcht in Ctesiphon (162—165).

Keizer Septimius SeVerus voerde in 198 krijg tegen de Parthen, veroverde Ctesiphon en verwierf zich hierdoor den bijnaam Parthicus, doch vergenoegde zich intusschen met verzekering der rom. grenzen. Keizer Caracalla stelde de Parthen door voorspiegelingen van vrede en van een echtverbond met een dochter van Artabanus gerust en overviel op bedriegelijke wijze de weerloozen, om hen te laten slachten (216). Zijn opvolger Macrinus trok tegen de Parthen op, die uit wraak een inval hadden gedaan in het romeinsch gebied, doch moest 217 een schandelijken vrede sluiten. Dit was de laatste strijd tusschen de Romeinen en de Parthen. Want juist toen verhieven zich tegen deze laatsten de Nieuw-Perzen onder Artaxerxes I, die eerst (219) Volagases V in Caramanië van heerschappij en leven beroofde en vervolgens Artabanus in het n. na drie veldslagen hetzelfde lot en het parthische rijk na een bestaan van 481 jaren den ondergang bereidde (226).

< >