Gepubliceerd op 23-02-2021

Monochord

betekenis & definitie

eensnarig muziekinstrument, bestaande uit een langwerpige houten doos, aan wier uiteinde kammen staan, waarover een snaar is gespannen; teekens of letters onder die snaar geven de plaats aan waar men de vingers moet leggen om door verkorting van de snaar de steeds hoogere tonen van de diatonische schaal te verkrijgen.

< >