een der belangrijkste steden van het oude Arcadië, aan de grens van Argolis en aan den weg van Argos en Corinthe naar het vruchtbare westen van het schiereiland gelegen, eerst na de perzische oorlogen ontstaan door het gaan samenwonen van vijf verschillende gemeenten, 385 v. Chr. door de Spartanen verwoest, na den slag van Leuctra herbouwd, werd vooral beroemd door de overwinning der Spartanen op de Argiven in 418 en door den in 362 vóór haar muren geleverden slag, waarin Epaminondas zegevierend in den strijd tegen de Spartanen sneuvelde.
De spartaansch gezinde stad werd in 222 door de Macedoniërs veroverd, haar inwoners als slaven verkocht. Van toen af heette zij, door Acheërs opnieuw bevolkt, Antigonea; eerst keizer Hadrianus gaf der. reeds half vervallen stad haar ouden naam terug. Onder de Byzantijnen bloeide zij echter wederom op. De ruïnen, thans Palaepoli genoemd, werden sedert 1887 door de fransche archeologische school opgegraven: er werden ringmuren blootgelegd van 3942 m. lengte met 109 vierhoekige en 13 ronde torens en 10 poorten, een heiligdom van Dionysus, van Aphrodite Melanios, van Poseidon Hippios, voorts theater, agora (markt), bouleuterion (raadsgebouw) enz.