Gepubliceerd op 23-02-2021

Leonardo leo

betekenis & definitie

italiaansch componist, geb. te San Vito degli Schiavi in het koninkrijk Napels 1694, overl. te Napels 1746, studeerde aan het „conservatorio della piëta dei Turchinï” aldaar, en te Rome bij Pitoni, daarna werd hij in eerstgenoemde stad tweede kapelmeester aan het conservatorium, organist aan de koninklijke kapel (1716) en kapelmeester aan de kerk Santa Maria della Solitaria (1717). In 1719 had zijn eerste opera: Sofonisbe een volkomen succes; hij deed vervolgens een veertigtal anderen het licht zien.

Niet minder roem behaalde L. door zijn muziek voor de kerk; hij schreef cantates, missen, motetten, responsoriën, een Te Deum, een Miserere, enz. Ook als leermeester verwierf L. grooten naam. Tot directeur van het conservatorio di Sant' Onofrio te Napels benoemd, vormde hij daar mannen als Pergolese, Jomelli, Piccini, Sacchini Traetta, die na hem den roem van de Napolitaansche school over de geheele wereld hoog hielden.

< >