(vrijheer) duitsch theoloog en wijsgeer, 1801—1877, werd in 1830 hoogl. in de theologie te Freiburg en ging 1832 tot de prot. kerk over. In 1840 tot hoogl. in de philosophie benoemd, hield hij te Freiburg voordrachten over wijsg. en aesthetisehe onderwerpen.
Van zijn werken vermelden wij: Psychologie des Menschen (2 dln., Heidelberg 1837—38), System der Logde (Weenen 1870).
