Gepubliceerd op 20-01-2021

Joh. andr. cramer

betekenis & definitie

Duitsch kanselredenaar en dichter, geb. 27 Jan. 1723 te Jöhstadt in het Saksische Ertsgebergte, was eerst predikant, later hoogleeraar in de godgeleerdheid te Kopenhagen, eindelijk te Kiel; hij overleed 12 Juni 1788; geestelijke liederen, oden, enz.

< >