een der beroemdste fransche natuuronderzoekers, 1 Aug. 1744 te Barentin in Picardië geboren, trad in 1760 in krijgsdienst, verwisselde deze weldra met de studie der geneeskunde en natuurwetenschappen. Aanvankelijk wijdde hij zich aan de meteorologie en vooral aan de botanie, later aan de zoölogie, en werd in 1792 hoogleeraar in deze wetenschap aan den Jardin des Plantes.
Hij overl. 18 Dec. 1829, nadat hij de laatste 17 jaren zijns levens blind was geweest. Grooten roem verwierf L. zich als natuuronderzoeker en leeraar. Op het gebied der botanie leverde hij Flore française (3 dln. 1780), later door Decandolle geheel omgewerkt. Zijn Histoire naturelle des animaux sans vertèbres (2de uitg. in 10 dln. 1835—45) is zijn hoofdwerk.
