Isidore marie auguste françois xaver comte

betekenis & definitie

Grondlegger der zg. positieve philosophie, geb. 19 Jan. 1798 te Montpellier, overl. 5 Sept. 1857 te Parijs, werd opgeleid aan de polytechnische school in zijn geboorteplaats, ging in 1816 naar Parijs, leerde Saint-Simon kennen, brak echter spoedig met deze, werd in 1820 medewerker aan „l’Organisateur”, in 1822 van het nieuw opgerichte blad „Le Producteur”, begon in 1826 voordrachten over zijn stelsel te houden, die ook eenigen tijd door A. von Humboldt werden gevolgd, werd in 1843 van alle ambten uitgesloten, vond echter bescherming in Engeland (Stuart Mill, George Grote enz. Zijn positieve philophie is een mengsel van empirisme en socialisme en richt zich in zijn negatief gedeelte tegen elke metaphysica. Zijn hoofdwerken zijn: Plan des travaux scientifiques nécessaires pour réorganiser la société (1822), Système de philosophie positive (een nieuwe bewerking van het vorige werk, 1824), Cours de philosophie positive (6 dln., 1830—42, 5',e druk, 1893); in het tijdpesk van zijn religieus enthousiasme schreef hij : Système de politique positive, ou Traite desociologie (1852), Gatéchisme positiviste; verder schreef hy: Traité élémentaire de géométrie analytique (1843), Traité philosophique d’astronomie populaire (1844), Discours sur l’esprit positif (1844), Circulaire proposant une association libre pour l’instruction du peuple dans tout l’Ocddent européen 1848), Calendrier positiviste (1849), Système positiviste (1852—54), Bibliothèque positiviste (1851), Catéchisme positiviste (1852), Appel aux conservateurs (1855), Synthèse subjective (1856); zÿn exécuteurs testementaires gaven in het licht: Lettres à, M. Valut, professeur de mathématiques (1870), Lettres à Stuart Mill (1877), Opuscules de philosophie sociale (1883), Testament (l’Auguste Comte (1884).