grieksche heros uit Arene in Messenië, zoon van koning Aphareus en Arene, broeder van den scherpzienden Lynceus, een woest en dapper held, ontvoerde de schoone Marpessa, de dochter van den acarnanischen riviergod Euenus, naar wie ook Apollo dong, op een hem door Poseidon geschonken gevleugelden w7agen. Als Apollo de vluchtenden in Messene inhaalt, spant L, de sterkste van alle mannen uit dien tijd, zijn boog tegen den god.
Zeus komt tusschenbeide en laat de keuze tusschen de vrijers over aan de jonkvrouw, die ten gunste van I. beslist, daar zij bedacht is, dat Apollo haar ontrouw7 zal worden. Sedert dien tijd haat haar de god; zij zelve en haar dochter Alcyone, de echtgenoote van Meleager, sterven op jeugdigen leeftijd. I. en zijn broeder Lynceus, die tot in den schoot der aarde zien kan, nemen deel aan de caledonische jacht en aan den tocht der Argonauten. Het beroemdst is de strijd dier beide helden tegen de Dioscuren (Castor en Pollux), met wie de broeders waren opgegroeid. Bij het verdeelen van een gemeenschappelijk buitgemaakte kudde (volgens een andere sage wegens de ontvoering van de met hen verloofde Leucippiden, Hilaïra en Phoebe, door de Dioscuren) ontstond er twist tusschen hen. De Dioscuren wachten, in een hollen eik verborgen, de gebroeders af; maar de scherpe blik van Lynceus dringt door in de schuilplaa'ts, en I. doorboort Castor in den boom, tot straf waarvoor I. door den bliksem van Zeus getroffen wordt, terwijl Lynceus door Pollux w7ordt gedood.
Het graf der beide helden (Apharetiden) werd te Sparta getoond. Zoowel de strijd met Apollo als die met de Dioscuren is veelvuldig op kunstwerken afgebeeld.