Gepubliceerd op 23-02-2021

Ibrahim-pacha

betekenis & definitie

egyptisch veldheer, een geadopteerde stiefzoon van den egyptischen onderkoning Mehemed-Ali, werd geb. in 1789 te Kavala in Macedonië, maakte zich in 1819 verdienstelijk door de onderwerping van Sennaar, Darfoer enz., viel in 1825 in Morea, dat hij in 1828 door de tusschenkomst der mogendheden ontruimen moest, bezette in 1831 Palestina, nam, 25 Mei 1832, St.-Jean d’Acre stormenderhand en weldra geheel Syrië in bezit, en sloeg de Turken bij Homs, Beilan en Konieh, waarop de Russen aan den Bosporus landden. Turkije moest echter Syrië geheel en het gebied Adana als pachtland aan I. afstaan (4 Mei 1833).

Hij organiseerde de nieuwe provinciën en dempte herhaalde onlusten. Toen in 1839 een Turksch leger in het syrisch-egyptische gebied drong, vernietigde I. het in den slag bij Nisib (24 Juni). Een engelsch-oostenrijksche vloot noodzaakte hem in 1840 Syrië te ontruimen. I. leefde nu buiten betrekking, totdat hij' in Juli 1848, daar Mehemed-Ali zeer verzwakte, tot onderkoning werd aangesteld; hij overl. echter reeds 10 Nov. 1848 te Kaïro; aldaar werd in 1872 een ruiterstandbeeld voor hem opgericht. De latere khedive Ismaïl-Pacha was een zoon van I.

< >