(gr.) het door de oude Grieken over de chiton gedragen, minstens tot de knie reikende overkleed, een langwerpig stuk goed, waarvan de eene punt eerst over den linkerschouder naar voren geslagen en met den linkerarm vastgehouden werd; vervolgens trok men het over den rug naar de rechterzijde, zoodanig dat deze tot aan den schouder geheel omhuld werd (wat de hoogste mode was) ofwel, onder den rechterarm doorgaand, dezen en den rechterschouder geheel vrij liet.
Op dezelfde wijze werd het H. door de vrouwen gedragen, die het over ’t hoofd trokken, zoodat alleen het gelaat vrij bleef.