duitsch natuurvorscher en hygiënist, geb. 23 Juni 1832 te Bürg in Württemberg en vestigde zich in 1884 te Stuttgart als practiseerend geneesheer. Hij is vooral bekend door zijn ideeën omtrent kleeding; hieruit wil hij linnen en alle andere plantenstoffen, als voor de gezondheid nadeelig, verwijderd zien; bedoelde stoffen moeten worden vervangen door wol.
De ondergoederen, naar zijn stelregel vervaardigd, heeten naar hem Jägerondergoederen, en zijn geheel systeem van kleeding noemt men normale kleeding. J. schreef o. a.: Zoölog. Briefe (3 stukken, Weenen 1864—76), Die Wunder der unsichtbaren Welt (Berl. 1868), Das Leben im Wasser (ald. 1868), Die Darwinsche Theorie und ihre Stellung zu Moral und Religion (Stuttg. 1869), Lehrbuch der allgemeinen Zoologie (2 dln., Lpz. 1871—78), Deutschlands Tierwelt nach ihren Standorten (ald. 1874;. Die menschliche Arbeitskraft (2 dln., Munch. 1878), Die Entdeckung der Seele (ald. 1878, 3de dr. 2 dln. 1883—84), welk werk zijn ideeën omtrent den invloed der uitwasemingen op de sympathieën en antipathieën behelst; verder Die Normalkleidung als Gesundheitsschutz (Stuttg. 1880, 4de dr., getiteld Mein System, ald. 1885), Stoffwirkung in Lebewesen (ald. 1891), Aus Natur- und Menschenleben (Lpz. 1893), Wetteransayen und Mondwechsel (Stuttg. 1893, aanhangsel 1894), Die Lösung der Mondfrage (ald. 1897). Sedert 1881 geeft J. een aan de propaganda voor zijn stelsel gewijd „Monatsblatt” uit.
