ook Kingsmill-, Tarawaen (wijl de equator er overheen loopt) Linieeilanden geheeten, archipel in den Stillen Oceaan, tusschen 172—177° O.L., bestaat uit 17 lage koraaleilanden, van welke slechts 2 geen lagunen bevatten; zij beslaan tezamen een oppervlakte van 428 km.2 en tellen 25—40.000 inw. Men deelt ze gewoonlijk van n. naar z. in 4 groepen: de Scarborough-, Simpson-, Bisschop- en Kingsmill-eilanden.
De voornaamste zijn: Tapoetéoeéa (25 km.2, 7000 inw.), Arorai (30 km.2, 1200 inw.), Nonouti (30 km.2, 3000 inw.), Apamama (17 km.2, 650 inw.), Boetaritari en Makin (37 km.2, 2000 inw.), Maiana (30 km.2, 1700 inw.), Maraki (30 km.2, 1900 inw.), Apaiang (40 km.2, 1300 inw.), Peru (35 km.2, 2000 inw.), Noekoenaoe (25 km.2, 1600 inw.), Onoatoa (25 km.2, 1200 inw.) en Tarawa (40 km.2, 1300 inw.). De bewoners zijn zeer donker van kleur, groot van persoon en krachtig gebouwd; zij gaan naakt en tatoeëeren zich; zij leven in polygamie; een aantal is voor het christendom gewonnen. Het klimaat is gezond, de fauna, arm; hoofdbestanddeel der flora: kokospalmen. Noekoenaoe was het eerste eiland dat van deze groep ontdekt werd, in 1765, door kapitein Byron; de andere werden voor het grootste deel ontdekt door ' Marshall en Gilbert. Volgens een overeenkomst van April 1886 tusschen Duitschland en Engeland werden de G. sinds gerekend tot de britsche invloedssfeer te behooren en in 1892 werd de archipel onder britsche bescherming gesteld. Meestal wordt ook het politiek tot het duitsche schutsgebied der Marshall-eilanden behoorende eiland Naoeroe tot de G. gerekend.