amerik. generaal, geb. 3 Dec. 1826 te Philadelphia, verliet in 1846 als officier der genie de militaire school van Westpoint, nam deel aan den veldtocht in Mexico. Na zijn terugkeer uit Mexico werd hij leeraar bij de militaire school te Westpoint.
In 1855 bezocht hij, als lid der- commissie tot onderzoek der veranderingen in het europ. krijgswezen, Europa. Na het uitbreken van den burgeroorlog werd M. tot generaal-majoor benoemd. Na de nederlaag van Bull-Run werd hij tot generaal en chef van het Potomacleger en, na het aftreden van den generaal Scott, tot opperbevelhebber van het leger der Ver. Staten bevorderd. In Maart 1862 rukte hij van de zeezijde tegen Richmond, de hoofdstad der Zuidelijken, op, maar betoonde zich te voorzichtig en talmend in zijn bewegingen, en trok Richmond, na den zevendaagschen slag van 24 Juni tot 1 Juli, niet binnen. Kort daarop werd hij tot verdediging van Washington teruggeroepen.
Na de nederlaag van Pope bracht hij den in Maryland ingedrongen generaal Lee, 16 en 17 Sept., bij Antietam een beslissende nederlaag toe. Lee trok over den Potomac naar Virginië terug, maar M. vervolgde hem niet en liet zoo de vrucht zijner overwinning verloren gaan. Wegens deze werkeloosheid werd hij in Nov. 1862 van het kommando ontheven. Hij begaf zich naar New-Jersey, en was aldaar in 1864 de kandidaat der democratische partij voor het presidentschap. In Nov. 1864 diende M. zijn ontslag in, hield zich 1864—68 in Europa op, was 1878—81 gouverneur van den staat New-Jerse}% en overl. 29 Oct. 1885. Hij gaf in het licht: The ar mies of Europe (Philad. 1861) en Report of the organization and campaigns of the army of the Potomac (New-York 1864).