Gellias

betekenis & definitie

een rijk, aanzienlijk inwoner van Agrigentum ten tijde van den hoogsten bloei der stad, omstreeks de 5e eeuw voor C. Hij kan als een echte type van het agrigentijnsch karakter beschouwd worden en is een van de voornaamste philantropen der oudheid. Hij besteedde op de belangelooste wijze zijn groot vermogen ter ondersteuning zijner medeburgers, door open tafel te houden, arme meisjes een uitzet te geven, den nood der armoede te verzachten. Ofschoon zwak en klein van lichaam bezat hij een helder verstand en voortreffelijken geest. Toen hij eens als gezant in de volksvergadering van het stadje Centoripae optrad, en er een algemeen gelach ontstond, zeide hij zeer bedaard, dat men zich niet moest verwonderen, daar het bij de Agrigentijnen gewoonte was, om tot machtige steden gezanten van groote gestalte, maar tot geringe steden kleine personen te zenden. Toen in ’t jaar 406 v. C. bij het innemen der stad, de Carthagers zelfs de tempels niet spaarden, stak hij den tempel van Pallas zelf in brand en bewaarde zoo het heiligdom voor beschimping en ontheiliging.