sterrenkundige, geb. 1793 te Altona, overl. 1864, in 1813 observator en in 1817 directeur der sterrenwacht te Dorpat, waar hij vooral de dubbele sterren tot de voorwerpen van zijn onderzoek maakte. De verkregen resultaten deelde hij in onderscheidene belangrijke werken mede, zooals: Observations Dorpatenses (8 dln., Dorp. 1817—39), Catalogus novus stellarum duplicium (Dorp. 1827).
Ten gevolge van een door hem met keizer Nikolaas van Rusland gehouden gesprek kwam er op den heuvel Pulkowa bij Petersburg een sterrenwacht tot stand, waarvan hij in 1839 tot directeur benoemd werd. De uitkomsten van zijn aldaar gedane waarnemingen maakte hij bekend in zijn Etudes cVastronomie stellaire (Petersburg (1847). Zijn graadmetingen in Lijfland en elders bezitten mede groote waarde. Bovendien hield S. zich nog met onderzoekingen bezig, aangaande de parallaxen der vaste sterren, waarin hij werd geholpen door zijn zoon, Otto Willem, in 1819 te Dorpat geb., die hem een reeks van jaren op den Pulkowa ter zijde stond en in 1862 als directeur der sterrenwacht is opgevolgd.
