Gepubliceerd op 29-01-2021

Emanuel i

betekenis & definitie

(Manuel I) de Groote, koning van Portugal, geb. 3 Mei 1469, kwam als kleinzoon van koning Eduard, neef van Alfonso V en zwager van Johannes II, na den dood van laatstgenoemde in 1495 op den troon, voerde tevoren den titel van hertog van Beja: in overleg met de Cortes, zonder welke te raadplegen hij gedurende zijn geheele regeering niets van aanbelang ondernam, bracht hij allerlei verbeteringen aan in het bestuur, voerde een wetboek in, liet scholen bouwen, stelde jonge talenten in staat buitenlandsche reizen te doen, en maakte zijn hof tot een verzamelplaats der voornaamste kunstenaars en geleerden des lands, De rassenhaat, toenmaals op het Pyreneesche schiereiland vooral tegen de Joden en Mooren gericht, vond echter in hem een fanatieken voorganger. Overigens werd Portugal onder zijn regeering beheerscher der zee en hoofdzetel van den wereldhandel; hij zond Vasco de Gama, Cabral en Coste Real uit en kwam door de tochten dezer zeevaarders en door de expeditie van Albuquerque in het bezit van de Zuid-Afrikaansche kusten cn van den indischen archipel en sloot voorts verbintenisseu met Perzië, Ethiopië en China (1517), terwijl hij minder voorspoedig was bij zijne pogingen om Marokko te veroveren. Bij zijn dood, 13 Dec. 1521, bevond zich Portugal in het bezit van welgeordende geldmiddelen, eene aanzienlijke vloot, sterke vestingen, rijke tuighuizen, een sterk leger, een bloeienden handel, eene ontluikende nijverheid en onmetelijke koloniën, zoodat het tijdperk van zijn bestuur de „gouden eeuw’’ van Portugal wordt genoemd. Hij was eerst gehuwd met Isabella, dochter van Ferdinand den Katholieke, door welke hij prins van Castilië werd, en vervolgens met hare zuster, Maria van Castilië. Uit dit huwelijk sproot zijn opvolger, Johannes, alsmede Isabella, die zich in den echt verbond met keizer Karel V. Niet lang vóór zijn dood huwde E. ten derden male, met Eleonore van Oostenrijk, zuster van Karel V.

< >