Gepubliceerd op 19-01-2021

Diego d’almagro

betekenis & definitie

Spaansch avonturier (conquistador) die een belangrijke rol heeft gespeeld in de verovering van Zuid-Amerika. Hij was een vondeling en werd naar de plaats, in welker nabijheid hij gevonden werd — Almagro — Diego d’Almagro geheeten.

Hij werd in 1464 geboren. Met andere avonturiers begaf hij zich naar Amerika en bracht door plundering en roof een groot vermogen bijeen, wat hem tot een der invloedrijkste personen in de nieuw aangelegde kolonie Dariën maakte; omstreeks dezen tijd (1524) verbond hij zich met Francisco Pizarro en Hernando Luque, om gezamenlijk de landstreek te zoeken, waarvan de geruchten zeiden dat het goud en zilver er zoo overvloedig waren als het ijzer in Spanje, welk land ver in het zuiden moest liggen. Voor eigen rekening rustten de drie genooten een expeditie uit, waarvan Pizarro de leiding op zich nam; in November 1524 ging men te Panama scheep en zette zuidwaarts koers; zij gingen voorloopig niet verder dan tot Quemadapunt, waar zij een overeenkomst opstelden, krachtens welke alle te ontdekken landen en daarbij te verwerven schatten, onderdanen als anderszins gelijkelijk onder de drie bondgenooten zouden moeten worden verdeeld; deze overeenkomst is gedateerd 10 Maart 1526.De drie avonturiers rustten alsnu een tweede expeditie uit en bereikten de haven van Santa, op ongeveer 9° zuiderbreedte. Na alzoo werkelijk Peru ontdekt te hebben besloot Pizarro, zich niet sterk genoeg rekenende om de verovering van het nieuwgevonden land met kracht aan te vangen naar Panama en zoo noodig naar Spanje te gaan, teneinde de regeering te bewegen hulp te verleenen; als bewijzen van den rijkdom van het ontdekte land nam hij allerlei gouden en zilveren voorwerpen mede. (Zie Pizarro). In Pizarro’s afwezigheid werd Almagro door het Spaansche hof als tijdelijk gouverneur van Peru aangesteld (hoewel dit land nog niet door de Spanjaarden was veroverd, werd het toch reeds als een Spaansche bezitting beschouwd, want krachtens een scheidsrechterlijke uitspraak van paus Alexander VI, waardoor de 'te ontdekken landen tusschen Spanje en Portugal verdeeld werden, kwam Peru aan Spanje) met vergunning om zich in het zuiden een eigen grondgebied op te sporen en te veroveren; dientengevolge ging hij in 1534, nadat hij Pizarro, die in 1532 teruggekeerd was, had bijgestaan in het gedeeltelijk veroveren van Peru (zie Peru en Atahualpa), naar Chili en drong tot diep in dat land door. Bij zijn terugkomst vond hij Peru in opstand onder den jongen Inca Manco Capac, en de Spaansche strijdmacht ingesloten in de hoofdsteden Cuzco en Lima; daar deze steden zuidelijk lagen van de streek, waarover hij tijdens Pizarro’s afwezigheid het bestuur had waargenomen, maakte hij aanspraak op deze steden, verstrooide het leger der Peruanen (slag bij Cuzco) en trok tegen Lima op om zich van deze stad meester te maken; hiermede vergreep de avonturier zich aan het geroofde gebied van Pizarro, hetgeen vijandschap tusschen beide gelukzoekers deed ontstaan die in een geregelden oorlog om den voorrang oversloeg, welke in den beslissenden slag van Cuzco (6 April 1538) waarbij Almagro gevangen genomen werd, eindigde. Almagro werd ter dood veroordeeld, en den 26wlei> April 1538 door worging om het leven gebracht; zijn lichaam werd onthoofd op de markt te Cuzco tentoongesteld.

Zijn zoon, eveneens Diego geheeten, verzamelde het overschot van het onder zijn vader verslagen leger, bestormde daarmee PizarroTs paleis in 1541, vermoordde Pizarro en wierp zichzelf op tot kapitein-generaal van Peru. Daar het grootste deel van de in Peru aanwezige Spanjaarden hiermede geen genoegen namen, en Spanje vreesde dat onder deze worstelingen Peru voor de Spaansche kroon verloren zou gaan, werd Baca de Castro als opperste scheidsrechter gezonden, terwijl hem een leger werd medegegeven om zijn beslissing klem bij te zetten. Diego weigerde een scheidsrechterlijk onderzoek en werd hierop door Baca aangevallen; in de*n bloedigen slag van Chupas, 1542, werd Diego geheel verslagen en gevangen genomen; hij werd veroordeeld en met veertig zijner getrouwen in 1542 ter dood gebracht.

< >