Gepubliceerd op 28-02-2021

Claude emmanuel joseph pierre de pastoret

betekenis & definitie

(markies) fr. geleerde en staatsman, geb. 1756 te Marseille, bekleedde achtereenvolgens verschillende hooge rechterlijke en staatsbetrekkingen, moest, verdacht van koningsgezindheid, naar het buitenland vluchten, en keerde eerst na den val van het schrikbewind terug. In 1804 werd hij hoogleeraar in het natuuren volkenrecht bij het Collége de France en, ofschoon een aanhanger der Bourbons, door Napoleon in 1809 benoemd tot lid van den senaat.

Na de restauratie verhief Lodewijk XVIII hem tot pair. Bij de troonsbeklimming van Karel X werd hij minister van staat zonder portefeuille en in 1829 kanselier van Frankrijk. In 1830 legde hij deze betrekking neder, en leefde sedert dien tijd geheel voor de wetenschappen, tot hij in 1834 tot voogd der kinderen van den hertog van Berry benoemd werd. Hij' stierf in 1840. Hij schreef: Théorie des lois pénales (2 dln.) en een uitstekende Ilistoire de la législation des anciens (11 dln.). Zijn zoon, Amédée David, markies de P., geb. in 1791, bekleedde onder het keizerrijk en na de restauratie hooge staatsbetrekkingen.

Na de Juli-omwenteling wijdde hij zich aan de letterkunde en maakte zich door eenige geschiedkundige werken bekend. Hij stierf in 1857.

< >