Gepubliceerd op 20-01-2021

Ciudad-real (spanje)

betekenis & definitie

1) Provincie van het koninkrijk Spanje, de zuidelijkste en grootste van Nieuw-Castilië, grenst ten n. aan Toledo, ten o. aan Albacete, ten z. aan Jaen en Cordoba, ten w. aan Badajoz, is 19.608 km2, groot, telt 295 000 inw., (ruim 2/3 analpbabeten) en is verdeeld in 10 districten; zij bevat een groot deel der Mancha, vele geheel onbebouwde, des zomer uitermate heete vlakten, voorts weiden voor ezels, muilezels en schapen; door het noordelijk deel loopen uitloopers van de Montes de Toledo, door het zuidelijk deel dito der Siërra Morena; hier zijn de kwikzilvermijnen van Almadén. De omgeving van Valdepenas in het z.o. is om haar wijn bekend. De hoofdrivier van C. is de Guadiana (Zie Hervas y Buendia, „Diccionario historico-geografico de la provincia de CiudadReal,” Madrid 1892).

2) Hoofdstad der gelijknamige provincie, ligt in een vruchtbare vlakte tusschen de Guadiana en haar zijrivier de Jabalon, 650 meter boven zeespiegel, aan de lijnen Madrid- C.-Badajoz en Alcazar-C. (114 km.), is zetel eens bisschops, 14.800 inw., meerdere kerken, hospitalen en kloosters, cirkus voor stierengevechten, een institutio, wolweverijen, olieslagerijen, meelfabrieken; groote ezel- en muildiermarkten, de belangrijkste in geheel Spanje. C. werd in 1264 door Alfonso el Sabio gesticht en bevestigd; in de lö^eeuw ging de stad door de verdrijving der Moriscos zeer achteruit. Op 27 Maart 1809 versloegen bij C de Pranschen onder Sebastiani de Spanjaarden onder Urbino.

< >