Gepubliceerd op 20-01-2021

Charles erneste beulé

betekenis & definitie

Fransch archeoloog en staatsman, geb. 29 Juni 1826 te Saumur; j hij werd leeraar te Moulins, vervolgens aan de fransche school te Athene, nam hier ijverig deel aan de opgravingen in de omgeving van den acropolis, werd in 1854 professor in de archeologie aan de nationale bibliotheek, in 1860 lid van de académie des inscriptions en van de académie des beaux-arts, waarvan hij in 1862 secretaris voor het leven werd. Sinds 1870 wijdde hij zich meer in het bijzonder j aan de politiek; in 1871 werd hij door het j departement Maine-et-Loire, tot lid van de I nationale vergadering gekozen; 25 Mei 1873 werd hij minister van binnenland, doch moest wegens zijn royalistische neigingen zijn portefeuille reeds 26 Nov. neerleggen; teleurgesteld in zijn eerzucht, financieel geheel te gronde gericht, sloeg hij 4 April 1874 de hand aan zichzelven.

Zijn voornaamste werken zijn: l’Arcropole d'Athénes (1854), Etudes sur le Peloponèse (1855), Histoin de In sculpture avant Phidias (1864), Fouilles « Varthago (1860), Histoire de l’art grec avant Péricles (1868).

< >