In het algemeen : baldadigheid, schimp, die de Europeanen in het oosten te verduren hebben; de afpersing waaraan de Turksche beambten zich ten opzichte van christen kooplieden schuldig maken. In den handel: het bedrag dat een koopman aan een hoeveelheid koopwaar, door de schuld van een ander, minder verdient dan waarop hij had gerekend.
Als zeeterm : het verraderlijk overvallen van een schip.